“Alsjeblieft zeg, dat snap ik allemaal niet”. Hoe vaak hoor je die reactie als het over AI of kunstmatige intelligentie gaat. AI en allerlei robots hebben invloed op ons leven. Ieders leven, ook dat van u, of u wilt of niet. Eigenlijk móet iedereen mee kunnen praten over de kansen en bedreigingen van AI , want het gaat ons echt allemaal aan.
Artificiële intelligentie, afgekort AI, is de verzamelnaam voor computerprogramma’s die ‘intelligent’ gedrag vertonen door gegevens te analyseren en bepaalde taken uitvoeren. AI herkent patronen en leert van eigen fouten. De ‘robots’ doen ook niets wat mensen niet ook zouden kunnen. Ze doen het alleen oneindig veel sneller.
Voor- en nadelen
De voor- en nadelen die we allemaal wel kunnen bedenken, worden sinds een halfjaar overschaduwd door een wel héél spannend risico: als AI zich zelfstandig verbetert, kan het systeem dan behalve sneller ook slimmer worden dan de mens? Nu ook de makers zelf waarschuwen voor de risico’s van kunstmatige intelligentie wordt de vraag steeds dringender: hoe beteugel je slimme software die zichzelf voortdurend verbetert en diep in ons leven doordringt? De EU komt als eerste met wetgeving.
“Bij alle technologische revoluties hebben veel mensen het gevoel dat het hen overkomt”, zegt Eric Postma. Dat was bij de introductie van internet en later die van sociale media ook.
Hij zegt: “Speel er mee, wees niet bang en laat je bijscholen”. Er zullen altijd mensen zijn die zeggen: ik laat het aan me voorbijgaan, maar pas wel op dat je niet achterop raakt, waarschuwt de hoogleraar. Het kan gevolgen hebben voor je werk.
Maar ook privé. Mails van oplichters bijvoorbeeld zullen door kunstmatige intelligentie bijna niet meer van echt te onderscheiden zijn. “Daar moeten we onszelf echt in opvoeden.”
Postma: ,,We kunnen niet voorspellen waar het heen gaat, wel dat iedereen ermee te maken krijgt.”