Lezingen

Uw toekomstig pensioen

Datum: woensdag 1 november 2023
Tijd: 13.30 uur
Plaats: Cultureel Centrum Jan van Besouw
Kosten: gratis

De lezing is voor iedereen toegankelijk.
Wel even opgeven via secretaris@seniorengoirle.nl

We hebben in Nederland een van beste pensioenstelsels ter wereld. Wij hebben op dit moment een bedrag van maar liefst zo’n 1500 miljard euro aan pensioengeld in kas. Superrijk zijn wij dus. Deze immense pensioenpot komt neer op een bedrag van een kleine 80.000 euro per Nederlander of een bedrag van 465.000 euro voor iedere 67-plusser in ons land.
Maar na 15 jaar discussies tussen werkgevers, werknemers en de overheid heeft uiteindelijk de 1e Kamer medio dit jaar de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aangenomen. Zeer tegen de zin van senator Martin van Rooijen, die tot het laatst geprobeerd heeft de wet tegen te houden.

Met pensioen
Als u ‘met pensioen’ gaat krijgt u altijd AOW en in heel veel gevallen ook pensioen. De AOW-leeftijd gaat tot 2025 in stappen omhoog van 65 naar 67 jaar. Vanaf 2025 is de stijging van de AOW-leeftijd afhankelijk van de levensverwachting van inwoners van Nederland. De AOW is gebaseerd op een zogenaamd omslagstelsel, wat wil zeggen, dat iedereen voor elkaar betaalt. De jongere generatie werkenden betaalt dus voor de AOW van hen die nu AOW krijgen.
Bij het pensioen is dat anders. Dat is gebaseerd op een kapitaaldekkingsstelsel en dat betekent, dat u zelf betaalt voor uw eigen pensioen. Als u dus geen pensioen heeft opgebouwd krijgt u bij pensionering alleen maar AOW. U hoort dan tot een groep van ongeveer 200.000 huishoudens in Nederland, die naast de AOW geen aanvullend pensioen ontvangen. Zij moeten het doen met de AOW-uitkering. Zo’n 113.000 huishoudens hebben een klein aanvullend pensioen: maximaal 250 euro extra per maand.

De nieuwe pensioenwet
Volgens de nieuwe pensioenwet wordt de grote pot van 1300 miljard in de toekomst verdeeld over miljoenen individuele potjes: iedereen die spaart voor zijn pensioen krijgt een eigen potje en kan bij zijn pensioenverzekeraar opvragen hoe groot zijn of haar pensioen is. De voorstanders vinden dat eerlijker, terwijl de tegenstanders wijzen op het grote belang van een collectieve regeling. Waar blijven we als iedereen alleen maar voor zichzelf zorgt?, hoort men aan die kant.
Maar waar voor- en tegenstanders het wel over eens zijn is, dat het heel ingewikkeld wordt om die grote pot met spaargeld eerlijk te verdelen over alle deelnemers. Er worden dan ook grote uitvoeringsproblemen verwacht. En daar hebben we straks allemaal mee te maken.

Blijft de AOW voor iedereen?
Is het nu wel eerlijk dat rijke mensen evenveel AOW krijgen als arme mensen? Die vraag wordt ook door verschillende politieke partijen steeds vaker gesteld. In 2040 telt Nederland naar schatting rond de 4,6 miljoen AOW-gerechtigden, oftewel bijna een kwart van de bevolking. Op dat moment zullen er naar verwachting twee werkenden voor één AOW-gerechtigde zijn. Met de verwachte toename van het aantal AOW-gerechtigden wordt een vereenvoudiging van het sociale zekerheidsstelsel steeds belangrijker, zo meent bijvoorbeeld de Sociale Verzekeringsbank. Anderen vinden dat de hoogte van de AOW gekoppeld moet worden aan je pensioen: een hoog pensioen, dan minder AOW. Ook fiscalisering van de AOW wordt steeds vaker genoemd. Dat betekent, dat de AOW voortaan betaald wordt uit de belastinggelden. Kortom: niet alleen de pensioenen staan onder druk, maar wie er op rekent, dat de AOW in zijn huidige vorm een blijvertje is, kan van een koude kermis thuis komen.